Dit is een eerste post over “missing links”. Kleine stukjes ontbrekende fietsinfrastructuur, waarvan ik de oorsprong- of beter: het ontbreken- niet snap.
Het fietspad aan beide zijden van de Terzweillaan is een droom. Gescheiden van de rijweg, meerdere oversteekplaatsen, boompjes,…
Men heeft hier dankbaar gebruik gemaakt van het verdwijnen van de treinsporen van het vroegere Arbed. Die sporen gingen ter hoogte van de Verbroederingstraat door een viaduct onder de spoorlijn Antwerpen/Gent. Het fietspad leidt erheen, en dan:
Was het geld op? Was de aannemer het beu? Of was er onenigheid over wie die paar meter fietspad betaalt? Ik kan er veel bij fantaseren, maar vrees het laatste. De wondere wereld der administratieve & juridische zaken vertoont vaak verwantschap met Pi: zéér oneindig. Je vindt deze doorgang niet op het digitale stadsplan, hij bestaat dus niet.
Aan de andere kant van de spoorweg is de situatie zo: iemand heeft het hek gesloopt, dus je kan door. Er ligt kant spoorweg een symbolisch stukje fietspad, dat eindigt aan het hek. Aan de overzijde van de Jan Samijnstraat ligt een fietspad dat regelmatig dient als parking:
De rand is slordig afgewerkt: de rechterkant is te hoog. Op het eind komt dit fietspad uit in het Virginie Marantspad, dat via een parkje loopt tot aan de Oude Brusselse weg:
De missing link staat eind september op de gemeenteraad:
“c) Aanleggen van fietsvoorzieningen in de Leo Tertzweillaan, de Jan Samijnstraat en de Weverbosdreef.- Bestek.- Vaststelling. “
Echt haastwerk is dat niet, 40 maanden later…