De nieuwe woorden blijven uit de lucht vallen.
Na de mosselfiets las ik vandaag in de Gentenaar over de lokfiets.
Het woord alleen al is grandioos.
Wie belt de van Dale?
Een paar jaar geleden was ik gechoqueerd door het woord “moordstrookje”.
Hiermee werd bedoeld: een smal betonnen fietspadstrookje palend aan een drukke autoweg.
Wie kent dit niet?
Wel, naar analogie hiermee is dit mijn hoogstpersoonlijk “angststrookje”:
Het is een versmalling in het fietspad, net op een plaats waar ik me als fietser het meest kwetsbaar voel.
Op deze scherpe bocht in een lichte afzink zie je bussen, vrachtwagens en auto’s met de regelmaat van de klok buiten de lijntjes kleuren.
En waarom is er een versmalling van het fietspad?
Net om ze de nodige ruimte te geven.
Hier voel ik me soms Calimero.
Ik durf er als assertieve fietser passeren, maar wat met ouders met kinderen?
Waarom trok men het prima fietspad van de Van Rijsselberghedreef niet door tot aan de Burggravenlaan, of toch minstens tot aan de Fortlaan?
Moordstrookje? Ik dacht dat het “zelfmoordstrook” was. Kwestie van de fietser de schuld te geven…
Een “moordweg” werd herleid tot een “moordstrookje”.
Na de asfaltering van de Krijgslaan is deze as immers jarenlang een vierbaansvak geweest, zonder fietsstrook. Ik vraag mij nog altijd af welke crimineel een dergelijk plan heeft uitgetekend. Wellicht blijft die liever anoniem.
Nu pas gehoord van lokfietsen? Ben er al jaren druk mee bezig 🙂