Het gesprek verliep naar verluid ongeveer zo:
“Bent u van deze werf?”
“Jawel.”
“Is het écht niet mogelijk om hier nu èindelijk een fietspad te voorzien? Door deze werken kom je als fietser nog méér in de verdrukking.”
“Goh, ja. Wat zal ik zeggen? Weetjewah, we moeten toch nog lijnen schilderen in de tunnel. Ik zal vragen of ze iets kunnen doen voor jullie.”
Die jullie gaf weinig hoop.
Wij de mannen van ’t Gewest die met de auto rijden versus jullie.
Maar kijk: Gent is een paar tiental meter fietspad rijker.
De gele lijnen sluiten aan op een bestaand streepjespad aan het kruispunt met de Sint-Lievenspoortstraat:
Dat beetje gele verf zal geen extra fietser opleveren (de ring is voor niet assertieve fietsers een no go), maar zal de huidige fietsers eindelijk rechten geven.
Merci Gewest.
Verf verhoogt de veiligheid niet, dat is -ook aan de Sint-Lievenspoort- dagelijks duidelijk.

Maar verf verhoogt – in afwachting van degelijke fietspaden – de zichtbaarheid van fietsverkeer, en ze geeft de assertieve fietsers ruimte en rechten.
Drie tips voor het Gewest:
1. Graag verlengen tot aan de Brusselsesteenweg.
2. Graag ook Palinghuizen en Tolhuisbrug aanpakken.
3. Na de tunnelwerf de fietspaden op de totale R40 aanpakken, wat mij betreft langs beide kanten een tweerichtingsfietspad.
“Maar verf verhoogt – in afwachting van degelijke fietspaden – de zichtbaarheid van fietsverkeer, en ze geeft de assertieve fietsers ruimte en rechten.”
Dat klopt.
“Dat beetje gele verf zal geen extra fietser opleveren …, maar zal de huidige fietsers eindelijk rechten geven.”
Dat niet. De wegcode voorziet maar een heel beperkt aantal tijdelijke (gele) wegmarkeringen. Tijdelijke fietspaden (met gele lijnen) zijn daarin niet voorzien en hebben wettelijk geen enkele status. Er wordt dus enkele een illusie van rechten gecreëerd, maar geen echte rechten en elke automobilist zou juridisch correct kunnen argumenteren dat hij/zij zich niets van die lijnen moet aantrekken.