Zondagvoormiddag is waarschijnlijk het rustigste mobiliteitsmoment van de week. Ik verplaats me dan zelden, tenzij om te gaan werken. Of om boterkoeken te halen bij de bakker vlakbij. Meestal te voet, soms -in een staat van opperste ochtendluiheid- eens met de fiets.
Maar op de ochtend van 1 mei fiets ik – al bijna veertig jaar lang- naar Sint-Denijs-Westrem om te helpen bij een jaarlijkse grote kuis. Behalve als ik moet werken. Lang geleden kuisten we er soms met 30, allen in vuile kleren en met laarzen aan. Met de komst van de hogedrukreiniger waren er steeds minder handen nodig. Daardoor waren we deze morgen met 7 op het appel. Na de kuisklus volgt er reeds decennialang een wafelbak. Ook deze middag in 2022. In mijn fantasie zag ik Marc Sleen en Nero minzaam glimlachend mee aanschuiven.

Op weg naar de jaarlijkse afspraak passeerde ik naast het ICC dit tafereel:


Je kan je boos maken, want dit voelt respectloos en gevaarlijk. Je kan het negeren. Ik kies zo vaak als mogelijk voor een beschaafde vorm van verbale commentaar, in de hoop zo een paar hersencellen te activeren voor ander mobiliteitsgedrag erna. Het was een Franse bus, en ik wist dat de Gentse Floraliën hier bezig waren. Dus passeerde ik voorzichtig de bus via de bushalte van De Lijn. De chauffeur zat niet aan het stuur van zijn bus. Even stoppen aan de voorkant dus.
Ik haalde mijn allerbeste Frans boven (altijd een effort, want op school had ik Engels als tweede taal) en sprak op ernstige, maar neutraal-vriendelijke toon tegen de uitstappende passagiers: “Mesdames, messieurs, ceci est une piste cyclable!”. Ik hoopte hiermee de onvindbare buschauffeur te bereiken, en verwachtte me aan een correctie op mijn koeterfrans. In de plaats daarvan draaide een eerder schuchtere jongedame met op haar kledij het logo van de Floraliën zich om, en antwoordde vriendelijk in het Nederlands: “Ik weet het, mijnheer. Maar het is hier de ene bus na de andere, daarmee…”
Na zo’n doodeerlijk antwoord sta ik met mijn mond vol tanden. Want ja, ik begrijp dat je busladingen vol bejaarde mensen veilig wil laten uitstappen. En het is toe te juichen dat mensen zich vanuit alle dichtbije hoeken van Europa per touringcar naar Gent verplaatsen, in plaats van elk met de individuele blikken autodoos. Maar wil zo’n zinnetje nu ècht zeggen dat àl die busladingen bloemenliefhebbers gedropt èn afgehaald werden vanop het fietspad? En dat al dagen lang, en nog gans de week? “Ik weet het, mijnheer. Maar het is hier de ene bus na de andere, daarmee…” Of zit mijn fantasie hier in overdrive? Marc Sleen, zeg het me!

Het wil in ieder geval zeggen dat de organisatie van de Floraliën ergens een steek heeft laten vallen, en niet nagedacht heeft over een degelijke af- en opstapplaats voor busladingen vol bloemenbewonderaars. Of / of: wil het zeggen dat een degelijke afstap- en opstapplaats niet voldoende bekend gemaakt is bij de eigen onthaalmensen van de Floraliën? Want het klopt: busladingen (vaak oude) mensen laten afstappen op de bushalte van De Lijn, en met de massa een fietspad blokkeren, is even absurd. Elk evenement van deze schaal heeft toch een mobiliteitsplan?
Morgen is het weer school. Hopelijk blijft het fietspad dan vrij, en moet Jan en alleman met de fiets niet uitwijken naar de bushalte van De Lijn.