Na drie jaar was het Lichtfestival er terug.
Afgelopen vier dagen veel licht, maar ook veel duurzame mobiliteit.
Om te beginnen: 260 000 mensen op één avond door een parcours van relatief smalle straten loodsen, kan alleen als ze niet omgeven zijn door blikken dozen. Wandelen laat mensen ook de stad met positieve ogen bekijken.
Ook de fiets speelde een belangrijke rol om de massa ter plaatse te krijgen. Weliswaar niet op het overvolle parcours, maar wel ideaal om vanuit Gent of randgemeenten bij het parcours te raken.

De stad kondigde aan:
Het stallen van uw fiets kan zowel in 1 van de bewaakte ondergrondse fietsparkings (Korenmarkt of E. Braunplein) als in de bijkomende fietsenstallingen die geplaatst zullen worden o.a. langs Klein Turkije, Reep, Keizer Karelstraat, Rode Torenkaai, Baudelokaai, Vogelmarkt, Kouter, Sint-Amandsstraat en Kunstlaan.

Volgens AVS waren er 1400 tijdelijke fietsstallingen geplaatst. Hoeveel vaste fietsstallingen al stonden in de buurt van het parcours, weet ik niet.
De keerzijde van de medaille is dat er de afgelopen week ook veel stallingen, op het parcours zelf, weggehaald werden.
Enkele jaren geleden was hier nog autoparking in de middenberm:

Het tijdperk van oranje wielreflectoren is voorbij:

Vrijdagavond rond 19 uur al kon je de ondergrondse bewaakte fietsparking Korenmarkt (210 plaatsen) niet meer in wegens volzet.

Het best bewaarde geheim was echter de fietsenstalling van de Vooruit. Je moest dan ook eerst de massa trotseren om er je fiets te stallen:
