Kruispunten zijn de wissels van het wegennet. Bij treinen is het simpel: de wissel en het sein bepalen of treinen al dan niet botsen. Bij wegen… ach… u kent het… . Het is vaak een gordiaanse knoop waar zowel vierwielers, tweewielers én voetgangers zich doorheen wroeten. De inrichting van een kruispunt toont de prioriteit van de wegbeheerder. We komen uit een eeuw waar kruispunten louter in functie van vierwielers werden ingericht. In Gent zijn er zo nog véél kruispunten. Vaak geeft stad of gewest de volledige ruimte aan auto’s. In hun woorden: “de doorstroming van het verkeer heeft prioriteit”. Alsof fietsers geen verkeer zijn.
Dit fietspad vanuit Ledeberg stopt een tiental meter voor het kruispunt. Zoek het maar uit. Tijdens piekuren is dit horror.
Het voelt als fietser absurd aan: je fietst op (soms degelijke) fietsinfrastructuur, en bij het gevaarlijkste deel van je parcours -het kruispunt- word je aan je lot overgelaten. Voor assertieve fietsers is dit geen probleem (zij verdragen horror en absurditeit). Voor een stad die fietsen wil promoten is dit wél een probleem, een groot probleem: voor velen maakt dit fietsen onmogelijk. Elke keuze om fietsers géén veilige plek te geven is een keuze voor meer autoverkeer. Je zal vanuit Ledeberg maar es met de fiets naar het UZ willen, of naar het Sint-Pietersstation.
Dit kruispunt is helemaal absurd. In de richting van Ledeberg krijg je een veiliger situatie dan vanuit Ledeberg:
Ik zie geen enkele reden waarom (minstens) deze wegindeling ook niet aan “de overkant” kan toegepast worden.