Afgelopen zomer zochten ontieglijk veel steden en gemeentes in binnen- en buitenland naar methodes en strategieën om een aantal straten snel voetgangers- en fietsvriendelijk te maken. U kent de oorzaak: corona.

De nood aan kwalitatieve buitenruimte was hoog. Gent kon gelukkig al bogen op een dertigjarig parcours om waterwegen uit te bouwen tot kapstok voor wandel- en fietsroutes. Wie Gent 30 jaar geleden verliet zal de stad niet meer herkennen. Niet alleen de kernstad met het voetgangersgebied, niet enkel de terug bevaarbare Ajuinlei of Reep, maar ook de vele Leieoevers, de Schelde, het kanaal Gent-Brugge, recent nog het Handelsdok en het Houtdok.

Er zit nog veel in het winkelmandje of in het verlanglijstje. Zo zal de Bovenschelde tussen de kleine ring R40 en E17 er binnen 10 jaar totaal anders uit zien. De projectonwikkelaars weten dat reeds langer, en zijn in die zone volop aan het bouwen. De Gentse bouwfirma Maes, alias Alides, heeft zijn bedrijfsterrein aan de Schelde verlaten, en bouwt er volop appartementen en kantoren. Hun verkoopsargument: je woont op fietsafstand van het Sint-Pietersstation en van het stadscentrum. Wij voegen eraan toe: en op fietsafstand van een immens cultuuraanbod, van de Universiteit en Hogescholen èn van de groene Scheldevallei richting Oudenaarde.

Het wordt er een “een groenas langsheen de Schelde bedoeld als fiets- en wandelpad”. Ook op de andere oever, op grondgebied Merelbeke, spelen projectontwikkelaars de fietsbereikbaarheid van en naar Gent maximaal uit.
De Louisa d’Havébrug is dan ook geen seconde te vroeg gebouwd. Ledeberg had en heeft die nodig om uit te breken. Maar ook de projectontwikkelaar op de gronden van de voormalige wasmachinefabriek D’hooghe had ze nodig om zijn geloofwaardigheid hoog te houden. Hij lokte er (ik schat: 8 jaar geleden) zijn appartementenkopers mee. De appartementenmarkt heeft steeds minder nood aan ondergrondse autoparkeerplaatsen, maar aan fietsstallingen. Jonge mensen die voor de stad kiezen gaan bijna vanzelf al uit van “de 15-minutenstad”, het principe waarmee de Parijse burgemeester Anne Higaldo de miljoenenstad toekomstproof wil maken. Criticasters beweren dat ze de auto wil bannen, wat uiteraard platte zever is. Ze wil – net als zovele collega’s van haar- het evenwicht herstellen. De auto moet helemaal niet weg. De autodominantie wèl. Het gaat daarbij (onder andere) om ruimtegebruik, iets wat we kennen van op de schoolspeelplaats in vorige eeuw . Wie zwak was ging tegen de muur staan leunen. De sterke, grote monden namen de speelruimte maximaal in. De groei van de auto was puur het recht van de snelste.
Die tendens om de stad weer leefbaarder te maken, met gelijklopend, pril stedenbouwkundig gedachtengoed als nu in Parijs, is in Gent reeds bezig sinds de jaren 80. Het fietsbeleidsplan uit 1993 was een mijlpaal. Daarvoor was er qua fietsbeleid simpelweg: niks. Dat Fietsplan, geschreven door de toen vooruitstrevende Groep Planning (vennootschap van stedebouwkundigen, verkeerskundigen, architecten en ingenieurs) uit Brugge, was het fundament van het Gentse Fietsbeleid. Daar kwamen later de Vlaamse ambities bovenop, met een Bovenlokaal Fietsroutenetwerk (BFF) en Lokaal Fietsroutenetwerk (LFF), en recent de Fietssnelwegen. December 2018 kwam daar een Gentse ambitie tot 2030 bovenop: het Gentse Fietsroutenetwerk. Wie zich wil verdiepen in heden en toekomst van deze routes, bekijk deze dikke boterham.
Terug naar de Louisa d’Havébrug. In de schemerzone tussen brugwerf en opening van de brug werd de Stropkaai verdomd snel weer een auto-as. De snelheid waarmee autoverkeer -net als water- shortcuts vond om het hoofdwegennet te couperen verbaasde me. Dat kwam deels door drukke publieksevents in Kristallijn, deels door studenten die half september kriskras hun nieuwe domein autogewijs besnuffelden / verkenden. Groot was mijn opluchting toen eind september de Stropkaai ter hoogte van Louisa geknipt werd:


Prompt werd de Stropkaai een èchte fietsas. Mensen, ga er eens kijken welk effect dat heeft. Doe je ogen dicht. Denk aan de jaren dat dit dè autosluiproute tussen de Sint-Lievenslaan en de Burggravenlaan was. Correctie: dat dit de autoracebaan tussen die 2 lanen was. En kijk nu. Op termijn komt hier meer groen, zodat het een volwaardige wandelplek wordt. Eerst vervangen de Broeders van Liefde er een uitgeleefd kloostergebouw door een woonzorgtoren. Pas daarna gaat het stuk klassieke straat langsheen de Louisa d’Havébrug op de schop. Waarom daar? Ik vermoed omdat daar geen klassieke woningen zijn, dus er is in dat stukje Stropkaai geen nood aan autoverkeer of verhuiswagens of vuilniswagens of… . Een fietspad, wandelas en groen volstaan.
Een wandelplek… dat was de Stropkaai afgelopen coronamaanden trouwens al geworden. De werf aan de Louisa was de facto een Stropkaaiknip, waardoor wandelaars en joggers vanzelf deze combinatie van rust en water bleven opzoeken. Een binnenschip als hippe buitenbar maakte het plaatje compleet.
De Stad Gent lanceerde in de lente drie coronawandelassen: langs de Henleykaai, langs een deel van de Ferdinand Lousbergskaai, en langs de Brugsevaart (Zuidkaai, Groendreef en Gérard Willemotlaan).

U kent het verhaal: voetgangers kregen er méér rechten, lees: meer ongestoorde wandelpaden langs het water. Van bij aanvang had de derde as het meeste succes. Zelf woon ik vlakbij de Lousbergskaai. Ik heb er zéér weinig voetgangers op het voorbehouden asfaltgedeelte gespot. Ik vermoed: de beleving van het water was er minder intens. En de uitvoering was niet echt gezellig. Deze mensen waren een uitzondering, en je ziet helder waarom ze het asfalt verkiezen:

Een integrale heraanleg met een breed verhard voetpad zou volgens mij wèl voetgangers lokken. Maar dat kan je niet op een paar dagen organiseren. Al zou zo’n pad pas ècht renderen mocht het van de Van Eyckbrug tot aan de Vlaamsekaai een voetgangersas zijn. Idem voor de Henleykaai. Daar was het vooral het racegedrag van de staduitwaartse automobilist die fietsers terug het (verboden) fietspad opjoeg. Om het fietsveilig te houden had men beter het autoverkeer halfweg de Henleykaai geknipt, of omgedraaid qua rijrichting. Meer politietoezicht had ongetwijfeld ook geholpen. Maar goed, het waren voorlopige coronamaatregelen.
Dat voorlopige karakter maakte het ook op de as Zuidkaai – Groendreef – Willemotlaan voor fietsers niet altijd evident, of goed leesbaar. Ook al was dit een voorlopige fietsstraat, sommige fietsers verkozen het verboden fietspad te blijven gebruiken.

Sommigen wilden de beleving van het water niet opgeven. Anderen voelden zich minder comfortabel tussen de soms al te jachtige auto’s, die toch fietsers inhaalden. Aan de ene kant van de onderdoorgang kreeg de boodsteen een asfalten hellingtje:

Aan de andere kant bleef het een even harde boordsteen. En als sommige administraties dan nog bleven denken vanuit pre-coronawegenkaarten werd werfsignalisatie soms grappig (?) verwarrend:

Wat vervelender was aan het voorlopige karakter: je merkt méér dan ooit dat vrachtwagens of bussen zich door de rustige woonbuurten willen boren.



Dat krijg je maar opgelost met definitieve plannen en chauffeurs met een up to date GPS-systeem. Al is het bizar dat een Gents busbedrijf zijn chauffeurs niet grondig op de hoogte bracht van Gentse coronamaatregelen, waardoor minstens deze ene zich maar bleef vastrijden.
Het is jammer dat het stadsbestuur niet gekozen heeft om fietsstraat Coupure te verbinden met fietsstraat Trekweg. Ze koos om Zuidkaai / Groendreef terug in de oorspronkelijke staat te brengen. Rationeel snap ik het: daar ligt ook een breed voetpad, dus voor voetgangers is het daar best ok . Maar bekijk hoe druk het er in de ochtendspits is:



Die drukte lees je best op het kruispunt met de Nieuwe Wandeling:


Het stuk Groendreef kant Mariakerke blijft -samen met de Gérard Willemotlaan- nog tot 15 november een coronastraat. Ik hoop dat ze in het stadhuis overwegen om dit stuk Fietsstraat forever te behouden. Dat zou een wijze beslissing zijn. Het zou niet alleen zuurstof geven aan de voetgangers in dit stuk Gent vol kleine arbeiderswoningen.

Het zou ook voor het Gentse fietsroutenetwerk een gewenste upgrade geven.

Het kruispunt met de blauwe brug, alias de Westerringspoorbrug, is essentieel in de Gentse Fietsroutes. Het BFL (het bovenlokale netwerk) takt er aan op de Fietssnelwegen. Bekijk nog eens de boterham, het Stadsregionaal Fietsnetwerk Gent, of dit deeltje ervan:
Een stad die het meent om de fiets een evenwaardige plaats te geven mag deze kans niet laten liggen. Van zodra het Westerringspoor helemaal doorgetrokken is tot aan het Sint-Pietersstation zal het hier een pokkedruk fietskruispunt worden.

Fietsers en voetgangers kunnen die drukte aan, maar meng daar for heaven’s sake geen auto’s tussen. De huidige autoknip is dus essentieel om dit kruispunt verkeersveilig te houden. Alle materiële hulpmiddelen in deze coronastraat zijn voorlopig. In een definitieve Fietsstraatsituatie zal het voor fietsers en voetgangers alleen maar beter worden. Wie er woont zal aan woonkwaliteit winnen. Uiteraard zal het voor sommigen aanpassen zijn. Voor wie zich van hieruit alle dagen met de auto naar Wondelgem verplaatst zal het wennen zijn om definitief de autohoofdwegen te gebruiken. Voor deze buurt zijn dat de Brugsesteenweg of de Brugsevaart.
De knip aan het kruispunt is één hoofdzaak. Het behoud van de Fietsstraat is twee. Mede door corona lijkt het fietsgebruik hier sneller dan verwacht de intensiteit van de Coupure te krijgen. En alweer: infrastructuur trekt gebruikers aan. Het is zuurstof voor deze buitengrens van de Brugsepoort.


Het zou zonde om deze zuurstofkuur op te geven. Stel dat de Stad deze Fietsstraat definitief maakt, dan is de volgende uitdaging om er een state of the art-beleid uit te tekenen voor het mengen van trage en snelle fietsers. Daar is sowieso nood aan. Ook andere steden denken na over deze recente evolutie. Het zou me verbazen mocht dit bij het Mobiliteitsbedrijf nog geen werkpunt zijn.
Maar eerst en vooral: grijp deze kans om een kwalititieve stap vooruit te zetten. Het zou zonde zijn om hier niet dezelfde kwaliteit na te streven als aan de Louisa d’Havébrug. Doodzonde. En jammer maar helaas: het kan ook helpen om de volgende coronagolf leefbaarder te maken.