Zwanger van een fietsstad? (31): Luc Desmedt

Luc Desmedt werd in 1955 geboren, bijna ‘per ongeluk’ in een trein tussen Gent en Brussel. Zijn toekomstige ouders sprongen bij aankomst in Brussel-Zuid in de eerste de beste taxi naar de meest nabije kraamkliniek. Luc woont sinds 1955 in Gent (Sint-Amandsberg, nadien omgeving Blandijn, nu Gent stationswijk). Sinds 1980 is Luc als vrijwilliger actief bij verenigingen die de belangen van de openbaarvervoerreizigers behartigen, die ijveren voor een schoner leefmilieu en die de verhoging van de verkeersveiligheid bepleiten. Luc was van 1977 tot 2020 leraar Frans in het Algemeen Secundair Onderwijs en spoorde schooldagelijks naar Dendermonde. Luc is bestuurslid bij de vzw Reizigersbond en schrijft deze bijdrage op eigen naam.

Is Gent op weg naar een modelfietsstad?

Gedeeltelijk ja. Denk aan de recente vooruitgang inzake fietsinfrastructuur, zoals de fietsersonderdoorgangen langs de Coupure. Denk aan de fietsers- en voetgangersbruggen, zoals deze die eerstdaags in gebruik wordt genomen over de Watersportbaan nabij het Huis van de Sport. Denk aan de steeds ruimere veralgemening van Zone 30 en, reeds decennia geleden, de toelating van het fietsverkeer in beide rijrichtingen in (voor de auto) éénrichtingsstraten. Denk aan het feit dat zelfs de NMBS het aantal fietsenstallingen aan treinstations verhoogt. Bijna 20 jaar geleden diende de NMBS de eerste aanvraag in voor het om te bouwen Sint-Pietersstation. De toenmalige gemachtigde ambtenaar van stedenbouw oordeelde dat de geplande 6.000 fietsenstalllingen konden volstaan. Toen al pleitten wij in ons bezwaarschrift voor het dubbele aantal. Anno 2024 blijkt dit aantal nog ruim ontoereikend, zelfs nu de plooifiets (vouwfiets) meer en meer succes kent, en ook al zijn er sinds 4 maart ongeveer 900 fietsparkeerplaatsen bijgekomen of een aanbod van ca. 14.000 fietsparkeerplaatsen onder en vlakbij het Sint-Pietersstation.

Wèl is er nog heel wat infrastructuur nog niet (voldoende) fietsvriendelijk.

Inzake het aantal, de locatie én de uitrusting van de fietsenstallingen blijven de overheden nog vaak in gebreke. Ook de gevolgen van een tot een paar decennia geleden bijna exclusief autogericht denken laten zich nog voelen. Denk bijvoorbeeld aan de talrijke groepen scholieren en de grote aantallen fietsers die, noodgedwongen, een veel te smalle strook tussen huizengevels en parkeerstrook moeten delen op reeds te karig bemeten ruimte voor de fietsers naast de vijf tegels smalle trottoirs. (Anti)Voorbeeld: tussen het Koningin Maria-Hendrikaplein (stationsplein) en de Meersstraat/Aaigemstraat delen de vele scholieren en fietsers in de Koning Albertlaan een veel te smalle strook tussen de gevels en enkele autoparkeerplaatsen. Ondanks de straatnaam is er geen royale ruimte voor de actieve weggebruikers!

maart 2024, Koning Albertlaan, ruimte voor fietsers en voetgangers is te smal / foto Luc Desmedt

maart 2024, Koning Albertlaan, té beperkte ruimte voor voetgangers en fietsers / foto Luc Desmedt
maart 2024, Koning Albertlaan, ruimte voor fietsers en voetgangers is te smal / foto Luc Desmedt

Wel draagt een kleine maar helaas in het oog springende minderheid fietsers ertoe bij dat andere weggebruikers al eens foeteren op “de fietsers”. Ja, iedereen ziet wel eens fietsers die het verkeersreglement niet naleven en bijvoorbeeld niet afremmen noch stilstaan voor voetgangers die aan een zebrapad (gaan) oversteken noch zich in een gedeelde ruimte met woonerfstatuut bewegen. Denk aan sommige fietsers die zich met salom en gerinkel (naar de winkel?) een weg banen door de woonerfzone op het stationsvoorplein, tussen de tramhalten en de luifel boven de hoofdingang van het Sint-Pietersstation.

Koningin Maria-Hendrikaplein, woonerf aan hoofdingang Sint-Pietersstation, voetgangers voorrang / foto Luc Desmedt

Denk aan de achteropkomende fietsers die niet eventjes wachten dat de busreizigers op rijwegniveau in- en uitgestapt zijn aan de rijweghalten naast een gemarkeerde fietsstrook, zoals aan de halte (Zwijnaardsesteenweg) langs de spoorwegberm in de Burggravenlaan.

Wat blijft er nog te doen als overheid? Blijven investeren én controleren!

De bestaande fietsinfrastructuur vervolledigen tot aaneensluitende, veilige comfortabele en voor de gemotoriseerde weggebruikers ook bij duisternis goed herkenbare fietsroutes. De daadwerkelijke fietsdiefstalpreventie veralgemenen. Het gebruik van deelfietsen promoten, teneinde voor de eigen fietsen nog plaatsen in de fietsenstallingen vrij te houden. Het veel sneller verwijderen van weesfietsen: deze nopen nadien opdagende fietsers ertoe om hun stalen ros buiten de fietsenstallingen achter te laten, tegen een boom of tegen een huisgevel, voor slechtzienden een natuurlijke geleidelijn. Controles op de (on)zichtbaarheid van fietsers bij duisternis blijven nodig.

Wat kunnen de fietsers zelf doen? Zich altijd en overal voorbeeldig gedragen!

Het trottoir is in de eerste plaats bestemd voor voetgangers. Een fiets zomaar haaks op het brede trottoir achterlaten bemoeilijkt de doorgang, zeker voor slechtzienden en mensen die zich in een rolstoel verplaatsen.

Tussen 11 en 18 uur is fietsen in enkele winkelwandelstraten verboden. Daar dan eventjes afstappen vermijdt niet alleen een boete maar vooral heel wat ongenoegen bij de voetgangers. Met belgerinkel naar de winkel(wandelstraat) zeker, maar niet tijdens deze spertijden. Schepen Watteeuw overweegt het fietsen in de geasfalteerde Veldstraat te reglementeren: terecht!

Fiets de op de rijweg voor jou stilstaande autofile of de aan een halte stilstaande tram of bus niet voorbij via het trottoir, althans indien jouw leeftijd het niet meer toelaat.

Kortrijksepoortstraat, fietsen op het trottoir voorbij stilstaande tram / foto Luc Desmedt

Verkeersborden naleven is een plicht, ook al ga je niet akkoord met het geldende gebod of verbod. Fiets zeker niet op de (comfortabele) rijstrook in de tegenrichting, en evenmin in de verboden tegenrichting op een éénrichtingsfietspad of fietsstrook. Denk aan het risico voor jezelf én voor andere weggebruikers. Besef het risico om vlak voor een naderende tram of bus nog snel de straat te dwarsen. Risico voor de fietser maar ook voor alle tram- en businzittenden! En een schrikreactie voor de tram- en busbestuurder die een noodremming moet uitvoeren. Die foetert dan zeker op “Die fietsers toch!”, alhoewel de allermeeste fietsers keurig even blijven wachten en het verkeersreglement naleven. De tram heeft immers altijd voorrang.

De Vlaamse en stedelijke overheid hebben al meer oor en oog voor de fietsersnoden

De jongste jaren is ook bij de huidige Vlaamse minister van Mobiliteit het besef gegroeid dat fietsers en trams meer in harmonie en veiliger de verkeersruimte zouden moeten kunnen delen. De straten met een smal dwarsprofiel blijven even smal. Niet overal kunnen alle langsparkeerplaatsen worden verwijderd: laden en lossen moet nog kunnen, er zijn plaatsen nodig voor de auto van of voor gehandicapte medeburgers, enz. Fietsen moet dan daar waar ook de tram in bestrating rijdt.

Er werden en worden heel wat fietsvriendelijke initiatieven ontplooid. Zo werd in de laatste week van februari 2024 een product dat het vallen in de groefrails moet voorkomen (fietsvalpreventiesysteem) aangebracht in de groefrails van tramlijn T2 nabij het Duivelsteen.

Limburgstraat, 28 februari 2024 / foto Luc Desmedt
Limburgstraat, fietsvalpreventieproef, let op kleurverschil in de groefrail / foto Luc Desmedt
Limburgstraat, fietsvalpreventie, halve vulling, let op kleurverschil / foto Luc Desmedt

Idem in de Cataloniëstraat, kant van de halte naast de Sint-Niklaaskerk. Er lopen materiaalproeven in laboratoria van Ugent. Zelf volgen wij van nabij, en in contact met de plaatselijke fietsersbonden, de proeven met vulmateriaal in groefrails in bestrating in Basel (Seal-Able) en in Genève (Velostrail).

Genève, fietster dwarst veilig de tramsporen, opgevuld met rubbersysteem Vélostrail / foto Luc Desmedt
Genève, VéloStrail met rubber in groefrail en rubberen betegeling tussen de rails / foto Luc Desmedt
31 mei 2022, fietsvriendelijke tramsporen in test Bruderholzstrasse, Basel / foto Luc Desmedt

Leren uit voorbeelden?

De fietser kan ook bij de keuze van een stalen ros grondig nadenken, zeker indien de Kuip en de binnenstad binnen de R40 geliefde bestemmingen zijn. Denk even aan die Mensen die dagelijks tijdens hun hele werkdag het grootste risico lopen om in tramsporen te rijden en erin te vallen. Dat zijn de medewerkers van de tramwerkplaats En Chardon in Genève. Deze tramwerkplaats is zo immens groot dat over en weer steppen voor de hand ligt. Hun oplossing – deelsteps met brede banden – werd eerst weggelachen door hun leidinggevende. Wie laatst lacht, best lacht. Proefondervindelijk bleek dat geen enkele medewerker nog in de groefrails in de werkplaats sukkelt sinds de overschakeling op ‘brede’ deelsteps.

04 juli 2023, TPG-medewerkers gebruiken veilige dienststeps met banden die breder zijn dan de tramrailgroef / foto Luc Desmedt
04 juli 2023, step met zeer dikke banden in stel- en werkplaats Genève en Chardon / foto Luc Desmedt

Het thema fietsen en trams in smalle straten komt ook aan bod in een workshop op Velo-city in Gent, op vrijdag 21 juni om 11u00. Animatie door Fietsersbond en Reizigersbond samen.

Voel je je niet zelfzeker op de fiets nabij tramsporen in gewone bestrating? Is er geen (betrouwbaar) ‘veilig pad’ aangeduid? Liggen er tramwissels? Zijn er veel voetgangers? Vermijd dan deze straten-met-tram. Kies waar het kan voor ontvlechting en fiets langs een naburige route op wandelafstand. Of stap gewoon van jouw fiets daar waar je je niet op je gemak voelt en wandel een kort eindje met jouw fiets aan de hand. De Duitse stad Freiburg geldt als een voorbeeld voor tram en fiets; desalniettemin zijn de fietsers op en in de omgeving van het centrale voetgangerskruispunt én tramknooppunt Bertoldsbrunnen niet toegelaten. Waarom? Ruimtegebrek om al de niet-automobiele weggebruikers veilig te ‘mengen’.

Twijfel je bij het zien van de mensen- en vervoermiddelendrukte in de Cataloniëstraat? Kies dan voor de fietsroute langs de Voldersstraat. Of stap een paar honderd meter te voet met jouw fiets aan de hand. Bij een stad als Gent horen enkele grote tram- en busknooppunten, zoals de Cataloniëstraat, de Zuid en het Koningin Maria-Hendrikaplein. Fiets, tram en bus kunnen, elkaar aanvullend, samen veel meer mensen veilig vervoeren dan massa’s auto’s. Cruciale voorwaarde: eerbiedig elkaars noden.

De gedroomde toekomst: eerlijker gedeelde ruimte

Het project Gentspoort biedt de kans om de ruimte voor de vervoermiddelen op de as tussen Muidebrug, Dok-Noord, Dok-Zuid, Gent-Dampoort, Gent-Zuid, Sint-Pietersstation en Sint-Denijs-Westrem eerlijker te verdelen: passende ruimte voor het stedelijk openbaar vervoer, meer ruimte voor veilig fiets- en voetgangersverkeer, meer ruimte voor laden en lossen, minder ruimte voor autoparkeerplaatsen op straatniveau. Een uitgelezen kans om van Gent ook een modelstad te maken wat betreft het samengaan van druk fietsverkeer, druk voetgangersverkeer én druk tramverkeer, ook in smallere straten en nabij scholen en andere attractiepolen.

Op de knooppunten Dampoort en Heuvelpoort kan het doorgaand stadsringverkeer in een autotunnel. Duur en niet fraai maar misschien is het de te betalen prijs om het meest belastende deel van het gemotoriseerde wegverkeer voortaan op afstand te houden van de tram, de fiets en de voetganger op zulke drukke plekken? Kan de stadsring op langere termijn evolueren naar een elegante stadsboulevard rond de binnenstad, onder meer door een grotere verschuiving van het gemotoriseerde wegverkeer naar de R4?

Hoffelijk staat je goed!

Opstaan voor iemand in bus of tram misstaat niemand. Even afremmen met de fiets om voetgangers rustig te laten oversteken of om veilig in of uit de bus of de tram te stappen, evenmin. Hoffelijkheid staat alle weggebruikers goed.

Luc Desmedt

04.03.2024

_______________________________________________

Deze reeks loopt tot aan het internationaal fietscongres Velo-city  half juni 2024.  Alle bijdragen aan deze reeks staan hier mooi onder elkaar.

Plaats een reactie