Vandaag, vrijdag, is een belangrijke dag voor lezend Gent.
De Stedelijke Bibliotheek op de Zuid sluit zijn draaideur.
*** dan schiet de weemoed mij in het hart***
De nieuwe stadsbibliotheek, de Krook, opent deze vrijdagnamiddag zijn brede bruine deuren.
En kijk, de Gentenaar geeft met al deze cijfers het perfecte diepte-inzicht in dit project:
Het is ook een belangrijke dag voor de mobiliteit van Gent.
Want als alles de komende jaren goed gaat hertekent dit project deze belangrijke centrumbuurt voor fietsers en -vooral- voetgangers.
Bekijk de kaart.
Voor niet-bewoners van Gent en Gentenaars op vakantie op Mars: de Krook ligt rechts van de Platteberg.
Een van de Scheldearmen kronkelt omheen de heuvel die een paar honderd meter verder de bergketen Blandijnberg, Kantienberg, Sint-Kwintensberg en Kattenberg vormt.
Feestlokaal Vooruit en het Wintercircus gebruikten de heuvelrug om hun majesteitelijk hoog silhouet vorm te geven.
De Krook is van een ander kaliber.
Het gebouw volgt de bocht van de Scheldearm, creëert via een nieuwe brug vanuit de Kuiperskaai een nieuw plein, en zal in de toekomst via een nog aan te leggen brug loop- en fietslijnen organiseren richting Brabantdam.
Het is één van die vele projecten waarbij de stad Gent inzet op het mengen van fietsers en voetgangers.
Anders gezegd: fietsers en voetgangers krijgen geen aparte, maar dezelfde ruimte.
In een compacte stedelijke context als deze kan ik hier inkomen.
Hier loopt geen fietssnelweg, en telt ook voor fietsers het STOP-principe, of beter: zal het principe ooit tellen.
Want het openbaar domein rondom de bibliotheek moet nog grotendeels aangelegd worden:
Ik ken het plan niet, en ben benieuwd.
Zoals je kon lezen zitten er 800 stallingen in de pijplijn.
Dit zijn – naar ik mag hopen – de tijdelijke versies:
Van zodra men start met de aanleg van de straten en pleinen zal deze stalling nog een flinke poos moeilijk bereikbaar worden.
Dat zijn zorgen voor volgende weken en maanden.
Want eerst: feest!
Fietsbult 
De laatste jaren is er een wedstrijdje bezig ‘om ter lelijkst (bouwgedrocht)’.
Het gebouw lijkt volgens mij op een lamellenlasagne met buizenbalkons.
Als het abstract is, mag er van mij gerust heel wat kleur in.
Een soort Gentse variant op het Parijse Centre Pompidou zou best wel eens interessant kunnen zijn.
Maar ieder zijn smaak natuurlijk 🙂
Eens het openbaar patrimonium rond de nieuwe bib in gebruik is, zal Gent te laat tot de conclusie komen dat het mengen van fietsers en voetgangers, steevast die laatsten in de verdrukking brengt …
Vanaf 3 april is deze zone “voetgangersgebied” waar fietsers stapvoets moeten rijden. Doen zij dat niet, dan dreigt hetzelfde scenario als in drukke winkelstraten: fietsverbod.
Welke zone bedoel je, die vanaf 3 april “voetgangersgebied” wordt?
Binnen een oude binnenstad met een beperkt aantal m² vind ik gemengd verkeer te verdedigen. Je hebt maar een straatbreedte zoals ze is (waarbij autoparkeerplaatsen opofferen een immens taboe is). Maar het STOPprincipe telt ook voor fietsers: voetgangers gaan voor. Punt. Dus ook: snelle fietsers mogen leren hun snelheid aan te passen aan de omstandigheden, bijvoorbeeld aan kinderen of ouderen op de fiets, en dus ook aan voetgangers. En ja, wat decennialang scheef gegroeid is kost meer dan een principe om weer recht te groeien. We zitten op een kantelpunt, en dat is chaotisch.
Volgens mij is geen enkele straat in Vlaanderen zo smal dat fietsers en voetgangers niet allebei die straat veilig kunnen gebruiken.
Een supersmalle straat van 6 meter heeft nog ruimte voor 2 keer 1,5 meter voetpad langs de zijkanten en 3 meter fietspad in het midden.
Er zal dus normaal gezien pas een probleem in een straat ontstaan bij het mengen van fietsers en voetgangers wanneer er ook ruimte voor de auto werd voorzien.
Zeker als er ook nog eens openbare ruimte voor geparkeerde auto’s werd voorzien.
Dan moet de wegbeheerder kiezen wie ruimte krijgt en wie er verliest.
Dus je hebt wel gelijk dat de wegbeheerder steevast de voetgangers in de verdrukking brengt. Ik denk zelfs dat de fietsers dat maar al te goed beseffen, want de wegbeheerder scheert vaak alle zachte weggebruikers over 1 kam.
Ik was vanmiddag toch ontgoocheld. De voorlopige fietsenstalling zit ondergronds, en is niet bereikbaar voor wie vanaf de Kuiperskaai het Myriam Makebaplein oprijdt. Gevolg: massa’s fietsen kriskras door elkaar, soms tot bijna in de draaideur. Er zijn wel tijdelijke stallingen op het Frankrijk- en Wilsonplein, tja…. dat kan je dus niet weten als je niet van die kant komt.
Ik vond ook nergens wegwijzers naar de fietsenstalling, en ook geen plattegrond mbt fietsenstallingen op de website.
Weet iemand of het de bedoeling is om helemaal geen fietsen te plaatsen op het Makebaplein? Als dat zo is, vind ik dat toch een gemiste kans; dan hadden ze die nieuwe brug toch niet op die manier hoeven te ontwerpen?
Komende van Kuiperskaai en met gezicht naar ingang,dan zie je rechts een schuine helling (nog niet open) deze gaat naar Grote Huidevettershoek en ook naar de fietsstalling en ook naar de trekweg langs water.Hoop dat de helling niet te schuin is en dat hij breed genoeg is.
Bedankt voor deze toelichting.
Maar toch vind ik het jammer dat – zolang deze helling niet open is – niet is voorzien in alternatieven. Wanneer zal die helling open gaan?
Het laatste zinnetje van de tekst: ‘Want eerst: feest!’ De laatste foto, rechtsonder: een (lege?) schuimwijnfles. Ben ik de enige die daar een verband tussen zoek?
Nee, je bent niet de enige 🙂
Elke nieuwe infrastructuur heeft tijd nodig om bekend te geraken. Toen de eerste ondergrondse parkeergarage onder de Vrijdagmarkt openging, was daar geen kat te bespeuren en opperde men dat het veel te groot was opgevat. Met de fietsstallingen onder de Lovelingtoren was het niet anders en kregen fietsen aan de oppervlakte een flyer om ondergronds te “verhuizen”. De tijd wijst wel uit of de fietsruimte onder de Krook afhangt van de afwerking dan wel een ontwerpfout is. De situatie op de Korenmarkt toont ook aan dat een deel van de fietsers even lui is als veel automobilisten om enkele tientallen meters te voet te gaan.
Daarstraks een beetje geteld.
Boven, voor de ingang: 162 gestalde fietsen, geen stallingen.
Beneden: 156 stallingen, 52 fietsen.
Een eindje verderop staan nog een aantal wielplooiers. Sinds ik ooit mijn voorwiel heb mogen vervangen wegens zo’n kreng weiger ik ze te gebruiken of zelfs maar te tellen, maar daar stonden ook nog een veertigtal fietsen.
Totaal: meer dan 250 fietsen voor 156 plaatsen (plus dan nog misschien 60 wielplooirekken) en dat op een rustige dinsdagmiddag, niet op een piekmoment. Iemand heeft zijn huiswerk niet gemaakt.
De stallingen waren niet eens al fietsend te bereiken, want er stonden een paar vrachtwagens voor. Als ik niet geweten had waar ze waren, ik zou ze nooit gevonden hebben.