Zwanger van een fietsstad? (23): Patrick D’haese

Patrick D’haese (54) studeerde, leefde en fietste in zijn jeugdjaren in Gent. Vele doorgezwommen waters later vestigde hij zich in Gent en is er vermoedelijk niet meer weg te krijgen. Patrick heeft jarenlange ervaring in mobiliteitsbeleid met een bijzondere passie voor fietsbeleid. Hij zat aan alle kanten van de mobiliteitstafel, bijvoorbeeld als voormalig directeur van de Fietsersbond en kabinetsraadgever van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Crevits. Sinds 2020 is hij projectmanager bij het Gentse mobiliteitsbureau Traject nv. Hij is ervan overtuigd dat lokale besturen een hoofdrol spelen in het realiseren van een duurzame en verkeersveilige mobiliteit. Dat uitgangspunt werd omgezet in o.a. het fietsbeleidsplan Torhout, de fietsparkeerstudie Sint-Truiden, studie fietsstraten in Deinze en Sint-Martens-Latem, het regionaal mobiliteitsplan Westhoek en de opmaak van het voetgangersnetwerk in Gent. 

Nie neute, nie pleuje!

De afgelopen maanden fietste ik veel. Dat is op zich niet uitzonderlijk natuurlijk. Maar ik fietste vooral veel in het buitenland. Nederland, Kopenhagen, Parijs.

In Amsterdam fiets ik graag rond voor het fietsen op zich en het mensen kijken, de stad beleven.

In Kopenhagen fiets ik graag rond om vast te stellen dat het imago van Kopenhagen niet reikt aan de realiteit of omgekeerd. Brede fietspaden, dat wel.

november 2023, Kopenhagen foto: Patrick D’haese

Maar de fietsparkeervoorzieningen zijn gewoon ondermaats tot slecht, een ‘fietsland’ onwaardig. En de autodruk in de stad blijft groot, groter dan in Gent.

november 2023, Kopenhagen foto: Patrick D’haese
november 2023, Kopenhagen foto: Patrick D’haese
november 2023, Kopenhagen foto: Patrick D’haese

In Parijs fiets ik graag rond om vooral de steeds toenemende fietsinfrastructuur te beleven en te zien hoe een autostad stilaan vervelt tot een fietsstad. Al ligt daar nog immens veel werk op de plank.

januari 2024, Parijs foto: Patrick D’haese
januari 2024, Parijs foto: Patrick D’haese

In Gent fiets ik graag om de combinatie van al het voorgaande: het snelste transportmiddel in de stad, aangenaam om te fietsen en de stad te beleven en telkens opnieuw weer verwonderd om nieuwe fietsbruggen of fietsstraten en hun kwaliteit.

Ik stel dan al eens vast dat ik te vroeg student was in Gent. Toen de giraffen nog spraken. Ik had mijn kot aan de Sterre. Vanuit de keuken zagen we nagenoeg elke avond live een verkeersongeval. Voor fietsers was de Sterre de hel. En een fietsenstalling voor de deur, dat was al helemaal onbestaande. Fietsen stonden tegen de gevel of aan een boom. De fietsroute van de Sterre naar de Blandijn of Universiteitsstraat was toen nog laveren tussen veel te druk autoverkeer.

Gelukkig spreken de giraffen niet langer en is de veelheid aan fietsonderdoorgangen, fietsbruggen en fietstunnels, fietsstraten en fietsenstallingen ondertussen zo gewoon dat we de spectaculaire vooruitgang op dat vlak te weinig beseffen. We leerden zo Zoé Borluut, Louisa d’Havé en Annie Vande Wiele kennen. Dankzij deze ongelijkvloerse kruisingen – in mensentaal bruggen en tunnels – kregen fietsverbindingen een veilige opwaardering.

Net omdat het allemaal zo ‘gewoon’ is, is het dan ook heel vreemd om op autoloze zondag door Gent te fietsen: wat is daar nu zo bijzonder aan? Die campagnes – week van de mobiliteit, autoloze zondag,… – allemaal leuk, maar toch vooral nuttig tot ca. 10 jaar geleden. Nu zijn die campagnes in Gent een vorm van anachronisme.

14 september 2014, Dampoort
14 september 2014, Dampoort

Want wie de vele fietstellers passeert, kijkt toch vaak zijn of haar ogen uit. De stroom aan fietsers op de Visserij of de Coupure, al dan niet in de spits, wekt verwondering maar creëert vooral blijdschap en trots.

Ik kan nog even doorgaan met het bewieroken van mijn stad en haar fietsbeleid. Mijn stad, jawel. Ook al ben ik hier niet geboren, thuis voel ik me hier steeds meer.

Gent mag evenwel niet op zijn lauweren gaan rusten of zelfgenoegzaam worden. Want we mogen uiteraard niet blind zijn voor de mindere en zelfs heikele punten. De Dampoort, het  Neuzeplein, de Heuvelpoort,… zijn bedroevende locaties voor een fietsstad. Niet toevallig toegangspoorten tot de binnenstad. Maar in plaats van toegangspoorten toch vooral barrières. Grenzen voor de fietser. De grootste symbolische infrastructuur op dat vlak is het binnenkomen van Gent via de fietssnelweg F4. Grotendeels veilig en comfortabel aangelegd tussen Antwerpen en Gent, maar net wanneer je de torens van Gent ziet, wordt de F4 een onveilige en onaangename toegangsweg tot de stad. Hoe ik van het SMAK veilig de Heuvelpoort over kan met de fiets richting Sint-Pietersplein: geen idee. Hoe ik het kruispunt op de Martelaarslaan met Bijlokehof richting Coupure wettelijk kan kruisen als fietser, ik breek er me elke avond op weg naar huis het hoofd over. Om vast te stellen dat dit punt zo onleesbaar en dus onveilig is en vooral, er is geen legale manier om dit kruispunt als fietser over te steken. Die onhebbelijkheden moeten er echt wel uit!

Wie een beetje thuis is in eigendomstitels en beheersverantwoordelijkheden van onze wegen, leest hierboven vooral wegen en kruispunten waar AWV – Agentschap Wegen en Verkeer, Vlaams Gewest – de plak zwaait en dus verantwoordelijkheid draagt. Tijdens of na de zomer wordt de nieuwe Vlaamse regering samengesteld. Dat creëert hoop op nieuwe impulsen voor een betere fietsveiligheid, ook op Gentse (fiets)wegen.

Nieuwe infrastructuur legt de lat ook steeds hoger. Geweldig, die nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Watersportbaan. Ik kan niet wachten om er straks over te fietsen. Maar hé, misschien kan er ten noorden nog wel een extra brug bij: een veilige en rechtstreekse verbinding tussen de Blaarmeersen en Bourgoyen-Ossemeersen en ineens over de Deinsesteenweg N466, dat moet toch ook kunnen?

30 januari 2024, Noorderlaan & Annie Vande Wielebrug
30 januari 2024, Annie Vande Wielebrug
30 januari 2024, Zuiderlaan & Annie Vande Wielebrug

Gent is ook trots op haar fietsenstallingenbeleid. Ze heeft zelfs een eigen type Gent als fietsenstalling. Gelukkig is er sinds kort ook het type Gent 700, waarbij de hart op hart afstand 70 cm bedraagt. Geen overbodige luxe bij de diversiteit aan fietsen en vooral fietssturen om je fiets comfortabel te stallen. Want we kennen allemaal de situatie waarbij je je fiets niet tussen twee andere gestalde fietsen uit krijgt. Wat niet aanvaard wordt bij geparkeerde wagens, mag ook niet aanvaard worden voor gestalde fietsen. Ik wil geen remkabels kapot trekken, geen krassen op mijn fietscarrosserie als ik terug op mijn fiets stap. Hopelijk vindt dit type snel ingang, ook in Gent zelf.

Type Gent 700 – frontaal

Ook al is er een weesfietsenbeleid en neemt het aantal fietsenstallingen steeds toe, het aanbod volgt niet altijd de vraag. Bestemmingen als de Kunsthal Gent missen nog steeds een fietsenstalling voor de deur. Bij de opening van een tentoonstelling staan de fietsen daar rijen dik tegen de beschermde gevel. Een beeld dat ik niet graag zie in mijn stad.

Vorige zomer bezocht ik de ondergrondse fietsenstalling van Amsterdam Centraal. De capaciteit, het comfort, het design en de netheid steken schril af tegen de chaotische aanblik die de fietsenstallingen aan Gent-St-Pieters nu al decennia bieden. Daar is sinds mijn studententijd nauwelijks iets veranderd. Wie had ooit gedacht dat de Sagrada Familia nog sneller zou gefinaliseerd zijn dan het treinstation met het meeste aantal reizigers per dag in Vlaanderen?

augustus 2023, Amsterdam foto: Patrick D’haese
augustus 2023, Amsterdam foto: Patrick D’haese

Vele columnisten hadden het al over ‘fietsbeleid is meer dan fietspaden en fietsenstallingen’. Dat is zo. Dus zetten we nog een boompje op over het circulatieplan. Ik was net weer in Gent aangespoeld toen affiches verschenen van schepen Watteeuw met clownsneus. Die restaurants of cafés stapte ik voorbij en stapte vrolijk binnen bij de buren. Geen verzuurde vol-au-vent of Stropke voor mij! Zoals in zoveel Vlaamse steden en gemeenten is het telkens weer een strijd van voor af aan om een stuk van de stad autoluwer te maken of de markt godbetert autovrij. Ik herinner me nog de zwarte vlaggen van de Dendermondse horeca toen de Grote Markt autovrij werd. Nog geen twee jaar later moesten de uitbaters ootmoedig toegeven dat hun omzet net gestegen was. En toch altijd weer opnieuw ‘het is hier Dendermonde niet’, ‘het is hier Gent niet’, ‘het is hier Amsterdam niet’,… Op weekenddagen durf ik al eens bij mezelf te denken dat we dat circulatieplan maar eens moeten terugschroeven want er is op zaterdag met de fiets geen doorkomen meer aan op de Korenmarkt of de Kraanlei. Maar net dat doet me misschien nog het meest verblijden: de toestroom aan voetgangers in de binnenstad en de wens van de stad om stevig in te zetten op voetgangersbeleid zal na Koning Fiets ook een Keizer Voetganger op zijn of haar troon zetten. Het STOP-principe in al zijn glorie uitgevoerd. Wie de noodzaak daartoe in twijfel trekt, moet maar eens proberen wandelen op de voetpaden in de Schouwvegersstraat.

08 januari 2024, Schouwvegersstraat

Tot in den draai en al zeker tot op Velo-city!

En in tussentijd nie neute, nie pleuje, samen fietsen we verder!

Patrick D’haese

13.02.2024

_____________________________________________

Deze reeks loopt tot aan het internationaal fietscongres Velo-city  in juni 2024.  Alle bijdragen aan deze reeks staan hier mooi onder elkaar.

Eén gedachte over “Zwanger van een fietsstad? (23): Patrick D’haese”

  1. Patrick D’haese eindigt met de bedenking dat ook Keizer Voetganger binnen Gent zijn plaats verdient, met als voorbeeld het Schouwvegersstraatje.
    Dat Schouwvegersstraatje is één van de flessenhalzen / zwakke punten binnen de slingerende fietsroutes destijds geïntroduceerd onder Sas Van Rouveroy voor de toenmalige eenzame fietsers die autovrije lucht wilde inademen.
    Zondag verzeilden we, “gedwongen” tot een kleine stadswandeling, want het was na de regen te laat geworden voor een grote buitenwandeling, te voet in dat Schouwvegersstraatje met, telepatisch, de bedenking: waar is hier de plaats van Keizer Voetganger?
    Ik maakte de bedenking dat je in Gent met twee naast elkaar kan zitten op de tram of in de auto, in Gent sinds zone 30 onbeschimpt met twee naast elkaar mag fietsen, maar in de meeste parkeerstraten, met auto-verkeersborden op het voetpad, en in vele parkeervrije straten, met anti-parkeerpaaltjes, “nergens” met twee naast elkaar kan wandelen…
    Misschien is dat Schouwvegersstraatje dan toch niet de eerste prioriteit…
    (Als je niet wil pleuje, moet je soms eens neuten.)

Plaats een reactie