Zwanger van een fietsstad? (25): Luc Hesters

Luc Hesters werd op 31 januari 1947 in Gent geboren. Hij behaalde het diploma van burgerlijk ingenieur aan de Rijksuniversiteit van Gent. Werkte van 1972 tot 1983 als studie-ingenieur in het Bruggenbureau van het Ministerie van Openbare Werken te Brussel. Hij was van 1983 tot 2012 werkzaam als projectingenieur in de afdeling Bovenschelde (AWZ, Administratie Waterwegen en Zeewegen, het huidige De Vlaamse Waterweg) van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 

VOORTSCHRIJDEND INZICHT

In een ver verleden was de Gentse binnenstad doorspekt met allerlei waterlopen. Deze laatsten werden meestal gebruikt als afvoerriolen waardoor de waterkwaliteit lamentabel en de geurhinder ondraaglijk was. Om die reden werden vele van deze waterlopen gedempt en voor het verkeer aangewend.

Meer recentelijk werd, in de tijdsgeest van toen, de Nederschelde ter hoogte van de Reep gedempt en de Leie ter hoogte van de Ajuinlei overwelfd met een betonnen constructie in functie van parkeergelegenheid in het centrum van de stad.

Tot in de jaren ’50 was er in het centrum van de stad veel binnenscheepvaart. De beweegbare bruggen werden door dienstpersoneel bediend en de jaagpaden werden door de schippers gebruikt om niet-gemotoriseerde schepen voort te trekken. Na het openstellen van de Ringvaart in 1969 viel de scheepvaart in de binnenstad stil en moesten de bruggen niet meer bediend worden. Sommige bruggen werden door nutsmaatschappijen aangewend om leidingen van de ene naar de andere oever door te trekken. De op het eind van de 19de eeuw gebouwde Leiebruggen met beweegbare metalen bovenbouw waren rond 1980 zodanig door corrosie aangetast dat herstelling niet meer mogelijk was. Bij de studie van de restauratie is er bewust voor gekozen om de vernieuwde bovenbouw opnieuw beweegbaar te maken in functie van toekomstige pleziervaart of andere activiteiten op de waterweg. Dit had ook het gevolg dat de parkeergelegenheid over het water ter hoogte van de Ajuinlei moest verwijderd worden.

Het verlagen van de kaaimuren aan de Gras- en Korenlei heeft de historische site verkeersvrij en toegankelijk voor fietsers gemaakt, wordt door velen geapprecieerd en is door de Vlaamse Bouwmeester bekroond met een ‘Prijs Bouwheer‘.

Op suggestie van ing. Antoine Descamps (waarmee ik verschillende jaren op een buitengewoon constructieve manier heb kunnen samenwerken) is in februari 1988 door de afdeling Bovenschelde deelgenomen aan een in Het Pand gehouden studiedag ‘De toekomst van de Gentse binnenwateren‘ en is er een referaat ‘Herwaarderingsplan voor de Gentse binnenwateren‘ voorgesteld. 

             

Naast de waterwegen omvat het herwaarderingsplan ideeën ten gunste van fietsers en wandelaars : zoveel als mogelijk openstellen van de voordien ontoegankelijke jaagpaden en bouwen van fietsbruggen over de waterweg (Keizerparkbruggen en Westerringspoorbrug) en onderdoorgangen langs de waterweg van bruggen met zeer druk verkeer (Jan Palfijnbrug, Ter Platenbrug, Jozef Guislainbrug, Bellevuebrug  en Bargiebrug). Gelet op de positieve beoordelingen hebben deze onderdoorgangen navolging gekregen door de stad Gent (Europabrug, Sint-Jorisbrug en Rozemarijnbrug) en AWV (Nieuwevaartbrug). 

De vormgeving van de leuning van de onderdoorgangen van de stadsring is geïnspireerd door de landschapsarchitectuur in het Parc de la Villette (Parijs). Deze vorm heeft opvolging gekregen in de door de stad gebouwde onderdoorgangen en in de door AWV gebouwde onderdoorgang van de Nieuwevaartbrug. De vormgeving van de leuning van de onderdoorgang van de Bargiebrug is geïnspireerd door de studie van de vormgeving van de voet van de communicatietoren op de Montjuich in Barcelona (cfr. Santiago Calatrava / Philip Jodidio / ‘Génesis de la forma de la pie’). Deze vormgeving heeft opvolging gekregen bij de onderdoorgang van de Rozemarijnbrug.     

Westerringspoorbrug

Het realiseren van de Westerringspoorbrug over het kanaal Gent-Brugge betekende de start van het door de stad Gent geplande aanleggen van een fiets- en wandelroute op het niet meer geëxploiteerde Westerringspoor, waarbij het bouwen van een brug over de Watersportbaan het slotpunt vormt.

De werken aan het Keizerpark zijn in eerste instantie ingegeven als een veilig alternatief voor fietsers en wandelaars van de drukke en gevaarlijke Brusselsesteenweg. Uit voortschrijdend inzicht zijn de Keizerparkbruggen, samen met de Bavobrug, ingepast in een door de stad Gent ontwikkelde Florafietsroute, een verbinding van Wondelgem in het noorden, via het stadscentrum, met Merelbeke in het zuiden van de stad. De Oost-West Fietsroute gaat eveneens door het centrum van de stad en loopt van Mariakerke naar Sint-Amandsberg.

In tweede instantie vormen de Keizerparkbruggen voor de recreatieve fietser de verbinding van het stadscentrum met de jaagpaden langs de Schelde, stroomopwaarts richting Oudenaarde en stroomafwaarts richting Antwerpen. 

Door het veelvuldig gebruik van het Keizerpark met de fiets is de Visserij als één van de eersten omgevormd tot een echte fietsstraat. In 2013 werd het fietspad door het Keizerpark, van de Scheldekaai tot aan de Visserij verkozen tot ‘Beste fietspad van Gent’.

Door het grote succes van de herwaardering van de Leie in het historisch centrum van de stad zijn tussen AWZ en de stad Gent besprekingen gestart aangaande het openleggen van de Nederschelde ter hoogte van de Reep. De werken omvatten hoofdzakelijk het verstevigen en verlagen van de kaaimuren, bouwen van een sluis, de Wijdenaardbrug, de Nieuwbrug en de Bavobrug (voor fietsers en wandelaars).

VISIE OP DE WATERWEG

Gedurende lange tijd werden de Vlaamse waterwegen ontworpen en beheerd in functie van de scheepvaart en de waterafvoer. Rond de eeuwwisseling is deze visie, onder impuls van ir. Jan Strubbe, Directeur-generaal Administratie Waterwegen en Zeewezen, meer uitgebreid. Er wordt meer rekening gehouden met natuurontwikkeling, recreatie, landschappelijke waarde, kunst en architectuur.

Op bepaalde jaagpaden hebben zich na verloop van tijd waardevolle biotopen ontwikkeld. Verschillende parken in Gent grenzen aan de waterweg; de jaagpaden langs het water vormen een ideale verbindingsader tussen deze groenzones. Het bij gelegenheid van de Floraliën 1990 uitgegeven fotoboek ‘Groenassen in Gent‘ toont op een liggingsplan duidelijk het belang van de groenassen, die tot diep in het historisch stadscentrum reiken.  In het boek ‘Kunst tussen Schelde en Dender‘ wordt de Keizerparkbrug als een voorbeeld van ‘ landschappelijke meerwaarde’ vermeld.

Keizerparkbrug

De meer uitgebreide visie op de verschillende functies van de waterweg is nuttig, voor fietsers en wandelaars, en is blijvend. 

KUNSTWERKEN EN ARCHITECTUUR

Bij het ontwerp van bruggen in Gent heb ik kunnen genieten van een zeer goede samenwerking met de diensten ‘Stedenbouw en Ruimtelijke Planning’ en ‘Archeologie en Monumentenzorg’. Na overleg met ‘Monumentenzorg’ is voor het ontwerp van de Krommewalbrug en de Predikherenbrug, gelegen in het historisch centrum, gekozen voor hedendaagse architectuur.

Bij ‘Stedenbouw’ heb ik van arch. Herman Rosseau (waarmee ik een uitzonderlijk goede samenwerking heb gehad) een snelcursus ‘Bruggenarchitectuur’ gekregen onder de vorm van een kopie van de documenten ‘Fussgängersteg über die Autobahn‘ (Prof.dr.-Ing. Curt Siegel / Technische Hochschule Stüttgart), ‘Architecture in Engineering / Pierluigi Nicolin‘ en ‘For the new Accademia bridge—Venice Biennale / Paolo Portoghesi‘.

Prof.dr.-Ing. Fritz Leonhardt is één van de belangrijkste grondleggers van architectuur in de bruggenbouw. In februari 1968 heeft hij in het artikel ‘Aesthetics of Bridge Design‘ een aantal ‘Rules for Aesthetics’ vooropgesteld. Deze omvatten o.a. ordening in de lijnen, harmonische verhoudingen, eenvoud en puurheid van de structuur, duidelijk zichtbaar krachtenverloop, integratie in de omgeving, transparantie en (vooral) slankheid van de samenstellende elementen, in het bijzonder van het brugdek (cfr. ‘Fussgängerbrücken / Ursula Baus & Mike Schlaich-pg.88).

Tijdens het overleg binnen een werkgroep i.f.v. het opstellen van het boek ‘Gentse Bruggen-Verbonden door Tijd en Techniek’ heb ik toevallig ontdekt dat verschillende bruggen in Gent aan de criteria van Fritz Leonhardt voldoen: de Keizerparkbruggen, de Bavobrug, de Krommewalbrug en de Westerringspoorbrug. 

Krommewalbrug

 

BESLUIT

Er is tijdens de laatste decennia al veel gerealiseerd ten voordele van fietsers en voetgangers. Daarom ben ik ervan overtuigd dat er in de toekomst door navolging en nieuwe ideeën een nog meer fijnmazig net zal ontstaan ten gunste van de zwakke weggebruiker.

Luc Hesters

27.02.2024

____________________________________________

Deze reeks loopt tot aan het internationaal fietscongres Velo-city  half juni 2024.  Alle bijdragen aan deze reeks staan hier mooi onder elkaar.

Plaats een reactie